Doei mijn liefde, hallo Nouschka!

27 april 2015 - Bangkok, Thailand

Met pijn in mijn hart en veel tegenzin heb ik de afgelopen dagen eerst afscheid moeten nemen van mijn nieuwe vriend, de Jucy-auto en vervolgens van Nieuw-Zeeland zelf. 3700 km had mijn witte vriend me –zonder brokken te maken –over aanvankelijk glooiende heuvels en later echte bergen en slingerende passen vervoerd. 

Nu zit ik eenzaam op een saaie tweepersoonskamer in een airport-hotel te wachten op Nouschka, die ondanks haar verwarring met de data toch Schiphol op de juiste dag en de juiste tijd heeft weten te bereiken waarna ze het tragische nieuws kreeg dat haar vlucht vertraagd was en dus haar aansluiting zou missen. En nu moet ik me nog 10 uur zonder vriendin weten te vermaken in een hotel in de middle of nowhere. Gelukkig kan ik wel goede tom yam soep om de hoek halen, zelfs in een onhandige take-away verpakking. De soep kreeg ik gisteren mee in een plastic boterhamzakje en zag er uit als een pakketje ontbindende goudvissen, maar smaakte heerlijk. Verder moet ik nog heel erg wennen aan het drukke en chaotische Thailand waar niemand goed Engels spreekt; het lieve, gemoedelijke en goed georganiseerde Nieuw-Zeeland contrasteert er enorm mee. Zeg je dat zo? Contrasteert ertegen? Mijn Nederlands gaat al achteruit. Ik ontmoette eergisteren een Nederlands meisje in het laatste hostel wat toen drie jaar in Christchurch woonde en eerder als een naar Nederland geïmmigreerde Engelse klonk dan een naar Nieuw-Zeeland geïmmigreerde Nederlandse. 

Mijn laatste week in Nieuw-Zeeland was helemaal top wat er nog meer tot heeft bijgedragen dat het afscheid zo zwaar was. In Wanaka, de plek waaruit ik jullie het laatst schreef, heb ik me met Carina, een ander meisje uit het hostel, in veertig minuten uit een enorm doolhof weten te worstelen in Puzzleworld. Nooit geweten dat dat leuk kon zijn. En frustrerend. En verder heb ik de allermooiste wandeling van Nieuw-Zeeland gemaakt. Op vrijdag begon ik om 7:30 aan de Roy’s Peak wandeling; een verassend steil pad zou me naar een hoge piek brengen waar ik een 360 graden uitzicht over het meer zou krijgen. De verse en laag langsscherende zonnestralen gaven zelfs de schapen op de berg een magisch uiterlijk nu er een aura om hen heen gevormd leek te vormen. Snel klom ik de berg op om het uitzicht zonder wolkendek mee te kunnen maken, iets waar ik de vier dagen erna nog spijt van had door de enorme hoeveelheid melkzuur die zich geproduceerd had tijdens de wandeling en me een heftige spierpijn gaf. Maar mijn trots vanwege de prestatie om de berg in 2,5 uur te beklimmen in plaats van de aangegeven 3,5 werd snel de grond in geboord toen Dave en Jono, twee bloedmooie Kiwi’s, zich na een paar minuten naast me op de top neervlijden en verklaarden dat ze meer dan een uur later dan ik waren begonnen. Klote. Met zn drieën zijn we maar giechelend snel de berg af gehobbeld, Bilbo Baggins style again. Een welverdiende kebab-lunch aan het meer in het zonnetje volgde met de hoop dat we elkaar weer zouden zien in Christchurch, waar zij als construction workers aan het werk waren. 

Schaap bij zonsopkomstRoy's Peak WanakaUitzicht Roy's Peak Wanaka op besneeuwde bergen
Met Carina die een Amerikaanse wiskundelerares en personal trainer bleek te zijn vertrok ik naar Queenstown over een mooie pas. Na afloop gaf ze me een van de beste complimenten ooit (bijna net zo leuk als die van op een zeemeermin lijken), namelijk dat ze heel relaxed naast me had gezeten in de auto omdat ik zo goed reed. Jeej! Die zwarte dag met rijden in Raglan werd hiermee weer goed gemaakt. Kennelijk had ik mijn karma in de tussentijd goed opgekrikt met al het recyclen (is heel groots in NZ).

In Queenstown heb ik het erg naar mijn zin gehad ondanks het hostel met een matras zo dun dat je op de houten planken er onder sliep. Feestjes, goed ijs en de Nevis-bungy jump van 134m hoogte, de hoogste in Nieuw Zeeland. Het was enger dan Skydiven maar het enge moment duurde minder dan 10 seconden en daarna was alles alweer voorbij. Maar toch tof. Veel meer heb ik niet gedaan in Queenstown aangezien de spierpijn me weerhield van lange afstanden lopen.

Mijn favoriete foto tot nu toeVallei met bungyplatform in middenWieeeeejjjjj

Met de spierpijn die me wat beperkte en het slechte weer in Te Anau, het volgende gat in Nieuw Zeeland, besloot ik dat het tijd was om mijn haar blauw te verven, een kinderdroom van me. In plaats van dierenarts worden had ik vroeger de droom om iemand te worden met blauw haar wat natuurlijk nog veel cooler is. Eindelijk cool zijn! Ik kon niet wachten. Dus na wat informatie bij een random Ex-punker uit het hostel (hij verdiende grote geloofwaardigheid ivm de regenboog-hanenkammen die hij meerdere jaren had onderhouden in het verleden), Grote Lot, Sanne en de lokale kapster te hebben ingewonnen kon ik met mijn gratis T-shirt van de Nevis-bungy aan mijn haar blauw verven. Met mijn nieuwe blauwe dip-dye look voel ik me zeker retevet en ik krijg veel complimentjes van onder andere de Emirates-stewardessen in het vliegtuig. Alleen Hugo is niet enthousiast. Hoor je dat Hugo, je bent niet mainstream met jouw mening. Stomme hipster;)

Rula, een Zwitserse vrouw/meisje uit het hostel in Te Anau vergezelde me de volgende dag naar de Milford Sounds aangezien ze te weinig geld had voor benzine maar me dus een potje instant-chai tea teruggaf. In Milford liet ze me, aangezien ze tuinman was (of noem je dat dan tuinvrouw?), een boom zien met een speciale betekenis voor de Maori. De boom wordt geplant bij de geboorte van een zoon waarna er na een aantal jaren groei een knoop in de nog flexibele stam wordt gelegd. Bij het ritueel waarbij de jongen volwassen wordt verklaard maakt men een staf van de nu stevige boomstam, de knoop als handvat. Gandalf draagt eenzelfde authentieke staf in de lord of the rings, voor degenen die zich dat kunnen herinneren. In de regen (ander weer is daar zeldzaam die tijd van het jaar) deden we wat korte en een langere hike waarbij ik weer lekker kon klimmen en klauteren over stenen en wortels van boomstammen. Onderweg praat Rula in vijf talen tegen me en ik vijf terug. Frans, Duits en Italiaans ben ik goed verleerd, maar zo hakkelend woorden terug proberen te vinden werkt wel enigszins om het weer op te halen. Gek meisje dat ze dat voorstelt, maar wel erg leuk. 

Milford soundsLake Marian bij Milford SoundsPonchos rule!

De komende dagen wanneer ik onderweg ben naar mijn eindbestemming, Christchurch, doe ik nog een hike rondom het buitenaards blauwe lake Tekapo, zie ik een verongelukte vrachtwagen op een pas en een heel huis dat per vrachtauto getransporteerd wordt naar zijn nieuwe locatie. Kennelijk, dat heeft een van de eerder ontmoete engineers me verteld, is het bouwen van een nieuw huis duurder dan het kopen van een andere en dat dus ook helemaal naar de nieuwe locatie transporteren. Recyclen is echt groot hier.

Nog niet zo blauwe lake tekapoBlauwe Lake TekapoHeel huis op transport

Na de hike in lake Tekapo sms ik Zac, een kiwi die ik eerder in Wellington heb ontmoet en nabij Christchurch woont of we elkaar nog kunnen zien voordat ik vertrek. En dat kan, die avond. Als ik in mijn nieuwe geweldige hostel in Christchurch aankom kleur ik mijn haar nog even bij (Blauw vervaagt het snelst van alle kleuren heb ik me door Sanne laten vertellen) en sms ik ook Jono en Dave wanneer we elkaar kunnen zien. Ze staan de volgende dag op het programma. Zac pikt me na werk op en bestelt twee venison (hertenvlees) burgers. Na een korte stop bij de Mac om wat zout te jatten (ooeeehhh, living on the edge, dat doet rebels blauw haar met je) aangezien ze weinig met zout koken in NZ neemt hij me mee naar de heuvels rondom Christchurch. Daar, starend naar de enorm heldere en voor mij nieuwe sterrenhemel (deze sterren kan je vanaf de Noorderhelft van de aarde niet zien) maak ik de domste opmerking op reis tot nu toe. Ik vraag hem namelijk of hij ook vindt dat de sterren snel bewegen. Voorzichtig en galant wijst hij me op de mist/wolken die voorbij waaien en de sterren zo doen lijken bewegen. Oeps! Het wordt er niet veel beter op wanneer ik bijna de berg af tuimel omdat ik opschrik van een stel rustig grazende schapen en iemand die aan het joggen is...

Op de heuvel maak ik kennis met de dragrace cultuur van Christchurch: in de avond wordt de heuvel bezocht door gefrustreerde 16-30 jarigen in hun quarter-life crisis die daar burn-outs doen en dragraces met wat gelijkgestemden uit de stad. Die pikken ze op door te gaan cruisen door de straten van Christchurch, met name in het verlaten centrum van de stad, en elkaar uit te dagen. Cruisen is daarom nu ook verboden in de stad wat je op verschillende bordjes ziet.No cruising Op deze vreemde plek in de bergen kon ik het allemaal meemaken. Verder zagen we ook vier jongens bij hun geparkeerde auto’s met een stroboscoop die om de zoveel tijd scheen. Wat moet je in godesnaam met vier jongens en 1 stroboscoop om 10 uur ’s avonds in de verlaten heuvels? Echt, mijn creativiteit schoot me tekort toen ik een verklaring voor deze situatie moest vinden.

Vanaf de heuvel heb je goed zicht over de hele stad. De enorme impact die de aardbeving van 4 jaar geleden op de stad heeft gehad kan je zo heel goed zien; in het midden van de wirwar aan stadslichten gaapt een groot zwart gat wat voorheen het centrum van Christchurch was. De aardbeving die maar een grootte van 6 op de schaal van Richter bedroeg verwoestte met name het oude centrum. Een jaar eerdere aardbeving van iets mindere grootte had ook een minder groot effect gehad, mede omdat deze aardbeving overdag plaatsvond toen niet iedereen veilig in bed lag maar ook omdat de schokken verticaal en niet –zoals normaalgesproken –horizontaal waren. In een periode van één minuut kwamen 185 mensen om en veranderde het straatbeeld van de stad en de sfeer drastisch. Toch hebben deze sterke mensen het weten te redden en nu tonen de enorm vele crowdfunding-projecten opgezet door de bewoners hun goede samenwerking en wil om de stad weer uit zijn as te doen herrijzen. Zo heb je de Re:Start mall, een hipsterwinkelcentrum bestaand uit containers met toffe winkels maar ook een kathedraal van karton om de verwoeste te vervangen. Het herbouwen van de stad gaat wel meer dan 20 jaar duren wordt geschat. Als je de door de overheid betaalde road workers ziet is dat geen verassing: onderweg terug uit de heuvels zien we er 5, gebogen over een put waar één van hen aan het werk is. En door de avonduren krijgen ze ook nog eens driedubbel betaald. Als belasting-betalende Chirstchurchenaar zou ik me daar wel over kunnen opwinden. Gelukkig ben ik dat niet en kan ik alles met een glimlach aanschouwen. Met een biertje op het dakterras van mijn hostel sluiten we de avond af.

Dyslexie instituut ChristchurchDe volgende ochtend prop ik me vol met alles wat ik nog aan eten over heb. De entree is een bakje yoghurt met muesli, aangevuld met superfood-zaden, -nootjes en gedroogde vruchten, gevolgd door een hoofdgerecht van perfect gebakken banana pancakes die ik besmeer met het laatste restje frambozenjam en tot slot brengt de ambachtelijk (deze is voor jou pap (een woord wat ik niet in mijn vocabulaire mag hebben, net als gebakje, koelkast en toilet)) gebakken appel-perzik-gember crumble me tot een stadium van immobiliteit, dit keer niet vanwege spierpijn. Ik moet uitbuiken en blijf dus nog even in de keuken waar ik eventjes op Max, een éénjarig jongetje moet letten. Max is een geinig ventje wat alles oraal aan het verkennen is, zo ook mijn notitieboekje plus pen. Ik ben too stuffed om er iets tegen te doen. 50% wat op de vloer ligt vind zijn weg tot Max’ zijn verteringsstelsel. Enige selectie vindt plaats want mijn gemberschillen worden weer uitgespuugd. Goed voor het immuunsysteem zullen we dan maar zeggen. In een moment van onoplettendheid wordt ook bijna mijn zakmes met uitgeklapte, vlijmscherpe blikopener deel van zijn dieet maar ik weet het dramatische moment net op tijd te voorkomen. 

Een emotioneel afscheid van de Jucy-auto staat nu op de planning. Ik stel het moment nog even uit door bij een winkelcentrum te stoppen en daar een nieuw paar schoenen te kopen die de nu wel echt kapotte vans moeten vervangen. Met vederlichte zwarte etnies aan de voeten voel ik me een beetje een verrader als ik de blauwe vans in de prullenbak deponeer. Mijn loyaliteit stopt kennelijk niet bij het menselijk ras maar reikt verder dan dat. 

Weer terug in de stad eet ik een ontzettend lekkere Libanese kebab met een oude bekende die ik bij toeval voor de derde keer toevallig in hetzelfde hostel tegen ben gekomen. Na weer opnieuw afscheid te hebben genomen verken ik het museum waar ze een expositie over T-shirts hebben, die kennelijk hun 100 jarige jubileum vieren. In 1913 is het T-shirt ontworpen voor Amerikaanse soldaten om hun borsthaar mee te bedekken. Een aantal jaar later werd het in het woordenboek opgenomen en nu is het een miljardenindustrie. Ik leer dat iets van 40% van de geproduceerde T-shirts zwart is en dat 65% een mannelijk model heeft. Dat kan misschien ook komen doordat vrouwen wel vaker een mannelijk model kiezen, maar omgekeerd gebeurt dat niet. En een ander leuk feitje is dat er een vent was die in 2011 in de Guiness world book of records is gekomen doordat hij 257 T-shirts over elkaar wist te dragen. Dat zijn heel veel T-shirts.

Mijn laatste avond wordt ingevuld door het samenzijn met Dave en Jono die me de ultieme Kiwi-experience geven. Eerste stop is de supermarkt waar we marshmellows kopen om later te roosteren boven een kampvuurtje, en waar Jono mijn laatste TimTams (snik..., nog meer emotioneel afscheid) voor me koopt. Ik klink oud wanneer ik zeg dat ik me weer jong voel bij ze, maar dat is ook moeilijk om niet te doen wanneer deze jongens luid schreeuwend de pier springend oprennen nadat ze hun piemels door de gaten van de brug hebben gestoken om hun blaas te legen. Ik doe lekker mee. Min de piemels. Daar zie ik mijn eerste haai in het wild want iemand heeft die aan het einde van de pier gevangen. 
Met de radio veel te hard en de snelheidsmeter te hoog uitslaand voor de suburbs waarin we ons bevinden scheuren we de stille straten door om een plekje op het strand te vinden en daar een illegaal kampvuurtje te stoken voor het marshmellow-toetje. Een speciaalbiertje is het echte toetje van de avond.

De volgende dag, mijn laatste dag, is het ANZAC day (Australian and New Zealand blablabla en iets van memorial day), de dag waarop Oceanie de enorme hoeveelheid gevallen soldaten herdenkt die met name in de eerste wereldoorlog in landen als Turkije en Griekenland voor the mother country zijn gestorven. Iets waarvan ik geen weet had voordat ik naar Australië en Nieuw Zeeland kwam. De voorbereidingen voor deze dag had ik twee maanden daarvoor al in Melbourne zien gebeuren toen een enorme hoeveelheid huisvrouwen poppies ofwel klaprozen aan het breien waren. De klaproos wordt ook door de Britten als herdenkingssymbool gebruikt. Mede omdat de klaproos op plekken groeit waar geen andere bloem wil groeien, maar ook omdat morfine van sommige klaprozen kan worden gemaakt; het medicijn wat massaal aan stervende soldaten werd gegeven in de loopgraven. 
Jono is naar de dawn memorial service gegaan wat ik toch maar oversla gezien mijn slopende schema vandaag met het reizen. Het lijkt hem gezellig om mij hem nog even van zijn werk af te houden en koffie te drinken in de stralende zon. Mij ook. Echt jammer dat ik Nieuw Zeeland al moet verlaten. Bij het ontbijt red ik nog even de dag als ik een Aziatische familie uitleg hoe ze hun ontbijt moeten opwarmen. In ieder geval niet door de met aluminiumfolie bedekte kip in de magnetron te zetten. Net op tijd stop ik de bijna ontploffende magnetron en leg ik de enige Engels sprekende van het stel uit dat metaal en magnetrons niet samengaan, tenzij je bij Richard Hammond heet en voor Brainiac werkt. Over het feit dat een aluminium slaschaal geen goede kookpan maakt houdt ik nog maar even mijn mond. Eén leermoment per dag is genoeg. Als dank krijg ik een panda-knuffel. Ze hadden al voorzien dat ze wat hulp onderweg nodig hadden en hebben een voorraad aangelegd van Chinese souvenirs als dank. Jeej! Maakt mijn laatste dag nog beter. Net als thee drinken met de bloedmooie en mannelijke Jono. Zucht. 

Nieuw Zeeland, je was geweldig. Mijn volgende belofte ga ik zeker waarmaken tenzij ik onder een bus beland ofzo. Maar ik kom zeker terug, hopelijk ergens snel, al dan niet als arts. 

Nu is het tijd voor Azië met Nouschka, iets waar ik al heel lang naar uit kijk. We hadden al lang van tevoren bedacht wat we ongeveer wilden doen om de voorpret te vergroten. Een zelf gefabriceerde landkaart met onze ongeveer-route geeft jullie een impressie van wat ons te wachten staat, die zullen we wel binnenkort bij de foto’s zetten. En niet ons alleen, want veel van onze leuke vrienden en familie komen ons op een bepaald deel van de reis vergezellen :) Zin in! De volgende blog wordt dus ook door ons samen geschreven, kijk daar maar naar uit:) 

Liefs!

 

2 Reacties

  1. Jacqueline:
    27 april 2015
    Wie wil er niet naar Nieuw Zeeland, na jouw geweldige verhalen?! En dan die overgang naar eenzaam op een kamer in zo'n airport-hotel in Bangkok. Nouschka is er over een paar uur en ze heeft er zin in!!! Liefs x
  2. Lana:
    27 april 2015
    Ik word elke keer vrolijk van je leuke avonturen!
    Hopelijk ben je inmiddels herenigd met mijn sis. Heel veel plezier de aankomende weken!!
    en we zien elkaar over 2 maanden :)

    Dikke kus xxx
    Laan, Row en heel veel kittycats